“In 2018 werd bij mijn vader de diagnose Alzheimer gesteld. Daaraan vooraf ging een periode waarin wij ons als familie – mijn moeder, zus en ik – steeds meer begonnen af te vragen wat er met papa aan de hand was. Hij was warrig. Wist niet meer welke dag het was. Hij had zijn hele leven een kapperszaak gehad, dus wij weten het aanvankelijk aan het ontbreken van zijn vaste ritme. Maar het werd steeds grimmiger. Vervelender. Voor hem, maar ook voor mijn moeder. Het bleek een agressieve vorm van Alzheimer te zijn. Hij heeft soms minder slechte momenten. Maar in principe is alles weg.
Op het moment dat ik in 2017 gevraagd werd voor de voorstelling Ma, gaf de ziekte bij mijn vader opeens gas. Op de dag van de première kwam de diagnose. Overdag zat ik met mijn vader bij de geriater en ’s avonds herhaalde ik hetzelfde gesprek op het toneel alsof het mijn moeder was. Een krankzinnige samenloop van omstandigheden. Ik zal je zeggen, het was soms best moeilijk om afstand tot mijn rol te bewaren en ik stond soms met een brok in mijn keel op de planken. Maar het is het mooiste wat ik tot op heden heb gedaan. We hebben het 120 keer gespeeld en ik heb geen seconde op toneel gestaan dat ik dacht: nu ben ik er wel een beetje op uitgekeken.
De zorg voor mijn vader is erg goed. Wij hebben de mazzel dat we precies de juiste mensen hebben getroffen. Het is mooi om te zien hoe liefdevol het jonge personeel met mensen omgaat die oud zijn en allemaal een verleden hebben. Het gaat om grote getallen en we vergeten weleens dat het geen amorfe groep is, maar allemaal individuen met hun eigen verhaal, verdrietjes, ervaringen. Die mensen zijn er zo goed in. Daar heb ik groot respect voor. Het is fijn in alle gevoelens van ongeluk.
Door de vergrijzing merk ik wel dat we de ouderenzorg anders moeten gaan organiseren. De vraag groeit pijlsnel, het is duur en er zijn te weinig mensen. Geld is niet eens het grootste probleem, maar meer het tekort aan mensen die dit werk willen doen. We moeten de aantrekkelijkheid van werken in de zorg vergroten door het beter te organiseren. Dat iemand even een praatje kan maken, zonder dat het direct betekent dat een ander aan zijn lot wordt overgelaten. Een praatje of een aai over iemands bol zijn zo belangrijk in verband met kwaliteit van leven. Gewoon aandacht.”