“Ik wilde ooit leraar worden op de basisschool. Het leek me mooi om kinderen te helpen om hun leven invulling te geven. Pas later ontdekte ik dat Vebego een prachtig instrument is om mijn levensambities in de praktijk te brengen. Ik heb het geluk dat ik in de familie Goedmakers geboren ben.
Mijn opa had een positieve levenshouding en een basisvertrouwen in mensen. Dat neem ik mee als een belangrijke waarde in het familiebedrijf. Ik geloof ook sterk in geven en krijgen. En daarmee bedoel ik niet geven en nemen, maar juist erop vertrouwen dat als je een ander helpt, je ook een keer iets terugkrijgt. Zo doen we ook ons best om een goede werkgever te zijn voor onze mensen en een fijne werkomgeving te creëren. Daar krijg je geëngageerde medewerkers voor terug die zorgen voor goed werk. Het is de rode draad in onze dienstverlening: we willen graag anderen helpen om succesvol te zijn; onze medewerkers én onze klanten.
We hebben samenwerkingen met sociale werkvoorzieningen. Een deel daarvan doen wij samen met een gemeente in een joint venture. De mensen die daar werken hebben een echte baan en zijn daar trots op. Er wordt zelfs nog geld verdiend. Dan denk ik: waarom gebeurt dat niet vaker? Als er onder de streep meer wordt verdiend dan dat het kost – dat is toch niet vies? Dat is juist toekomstbestendig.
Ik snap dat er in de zorg wantrouwen heerst over commerciële bedrijven. Natuurlijk zit er verschil tussen de ene en de andere organisatie. Wij waren midden jaren zestig het eerste bedrijf dat in de zorg de schoonmaak mocht overnemen, in het Diaconessenhuis in Eindhoven. In de tachtig jaar dat we bestaan hebben we laten zien dat we een betrouwbare en deskundige partner zijn. We werken niet voor niets in de meeste academische ziekenhuizen en in een groot aantal zorginstellingen.
In de zorg werken vooral mensen met een sterke intrinsieke motivatie om anderen te helpen. Die worsteling tussen efficiency en de sociale rol kennen wij ook. Om de continuïteit te waarborgen, moeten wij als bedrijf uiteindelijk geld verdienen. Daarom moet alles zo effectief en klantgericht mogelijk gebeuren zonder je waarden uit het oog te verliezen. Die bedrijfseconomische blik is lastig in de zorg, omdat de discussie vaak stokt bij het argument: ‘Maar we moeten onze patiënten en cliënten toch zo goed mogelijk helpen?’ Ik denk dat wij, door hoe we als familiebedrijf naar de wereld kijken, de zorg kunnen ondersteunen om met oog voor de sociaal-maatschappelijke rol efficiënter te gaan werken. Ik geloof niet dat de zorg dit alleen kan. Er zijn te weinig mensen om de zorg te verlenen, het wordt financieel steeds zwaarder te dragen door steeds minder schouders. Daar moet de maatschappij een oplossing voor vinden. En juist daar moeten we samen in optrekken. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.”